Nieuws:
Naar aanleiding van het in 2017 gepubliceerde overzichtsartikel in het NTVD is er vanuit het NAP de wens ontstaan om landelijke stroomschema’s te ontwikkelen in de 3 domeinen van NA:
- Voedselinname, -verbruik en –verliezen
- Lichaamssamenstelling en nutriëntenreserves
- Functionele parameters
Binnen het domein ‘Voedselinname, -verbruik en – verliezen’ is de eerste stap gezet in het ontwikkelen van het stroomschema voedselverbruik, welke beschikbaar is via de site van het NAP: Stroomschema – voedselverbruik – Nutritional Assessment Platform
Video: Belang van voeding om een lage spiermassa te voorkomen en behandelen.
In oktober 2020 heeft Dr. Carla Prado wereldwijd een animatievideo gelanceerd over het belang van voeding om een lage spiermassa te voorkomen en behandelen. Er is nu ook een Nederlandse versie beschikbaar (ontwikkeld in nauwe samenwerking met Dr. Carla Prado). Naast de Nederlandse voice over kan binnen YouTube aanvullend de Nederlandse ondertiteling worden weergegeven (via Instellingen).
De video is bedoeld om de bewustwording en kennis rondom de rol van voeding bij het tegengaan van een lage spiermassa vergroten.
Nutritional assessment bij coronapatiënten
Patiënten die opgenomen zijn met COVID-19 en patiënten die herstellen van een COVID-19 infectie hebben vaak gewicht en spiermassa verloren met verlies van functionaliteit als gevolg. Doel tijdens de opname is dan ook om het verlies zoveel mogelijk te beperken en doelen in de revalidatieperiode zijn dan ook om deze functionaliteit te verbeteren door het weer opbouwen van de spiermassa.
Nutritional Assessment speelt een belangrijke rol in de diagnostiek en evaluatie van spiermassa en functionaliteit, het meten van de spiermassa en functionaliteit is dus juist nu extra belangrijk.
Door middel van de metingen maak je voor de patiënt inzichtelijk waar hij/zij staat in het (herstel)proces. Maar hoe meet je nu op een veilige manier bij patiënten die herstellen van COVID-19? Hoe pas je de regels van het RIVM toe bij nutritional assessment?
Belangrijk hierin is dat dit per ziekenhuis / organisatie de afspraken net wat kan variëren dus dat overleg met de unit infectiepreventie belangrijk is. Zij kunnen ook adviseren over wanneer het dragen van een medisch mondmasker noodzakelijk is. Streef ernaar zo kort mogelijk binnen 1,5 meter bij de patiënt te zijn en spreek af niet met elkaar te praten als je binnen de 1,5 meter bent. Na een meting bij een coronapatiënt die nog geïsoleerd verpleegd wordt (of kort na de meting geïsoleerd wordt) is het nodig dat apparatuur na gebruik niet alleen volgens de gebruikelijke richtlijnen te reinigen maar daarnaast gebruikte apparatuur te desinfecteren. Overleg met infectiepreventie je eigen centrum om de juiste maatregelen te nemen. Overleg ook met de fabrikant van de apparatuur of de voorgestelde desinfectiemaatregelen. Deze maatregelen kunnen ook gelden voor andere indicaties zoals bij voorbeeld dragers van een MRSA bacterie.
Niet coronapatiënten (en post-coronapatiënten, die inmiddels PCR negatief getest zijn)
Patiënten die niet geïsoleerd verpleegd hoeven te worden kunnen op de gebruikelijke wijze gemeten worden. Goede handhygiëne is altijd belangrijk. Volg de richtlijnen die in jouw organisatie gelden t.a.v. het reinigen van de apparatuur en draag een medisch mondkapje . Ook voor deze patiëntengroep is het aan te raden om niet met elkaar te praten als je binnen de 1,5 meter zone bent. Blijf zo kort mogelijk binnen de 1,5 meterzone. Realiseer je dat er voor zowel de poliklinische als de klinische patiënt al een goede screening op COVID-19 plaats vindt.