.
Logo-NAPtekst

Indirecte Calorimetrie

Energie
De hoeveelheid energie die nodig is voor het dagelijks funtioneren wordt totale energieverbruik (Total Energy Expenditure, TEE) genoemd. TEE is opgebouwd uit verschillende componenten:
  • Rustmetabolisme (Resting Energy Expenditure, REE)
  • Fysieke activiteit
  • Eventuele ziektefactor, hierbij kan mogelijk overlap zitten met de gemeten REE (niet met de voorspelde REE o.b.v. een formule)
  • Eventuele afwijkende absorptiecoëfficiënt
  • Eventuele groeifactor, inhaalgroei of correctie gewicht

  • Koolhydraten, vetten en eiwitten leveren energie. Deze macronutriënten worden in de aanwezigheid van zuurstof (O₂) in het lichaam omgezet in koolstofdioxide (CO₂), water en warmte. Directe calorimetrie (gouden standaard) is het meten van warmte geproduceerd door metabole pro­cessen in het lichaam in een geïsoleerde meetkamer, dit is klinisch niet haalbaar daarom wordt indirecte calorimetrie ingezet.

    166841_89f4eadb10f64e5dbe693014fb674ef5~mv2

     

    Hoe werkt indirecte calorimetrie
    Indirecte calorimetrie meet de ingeademde zuurstof en de uitgeademde koolstofdioxide. Met behulp van de Weir formule wordt het rustmetabolisme berekend. (1)
    De Weir formule: Energieverbruik (kcal/dag) = [(VO₂ x 3.941) + (VCO₂ x 1.11)] x 1440


    VCO₂ en VO₂ zijn de kooldioxide afgifte en zuurstofopname in l/min. Voor de REE meting is de aanname van ‘steady state’ belangrijk omdat de gemeten REE een representatief beeld moet zijn voor de REE gedurende de hele dag. (2)

     

    Respiratoir Quotiënt (RQ) is de ratio tussen CO₂ en O₂, elke macronutriënt heeft zijn eigen RQ. RQ tussen 0.7-0.9 wordt beschouwd als nuchter. Waardes buiten 0.67-1.3 zijn fysiologisch niet mogelijk hierbij is sprake van een meetfout (calibratiefout, systeem lek of geen ‘steady state’). Waarden <0.7 kunnen voorkomen bij ketose en hypoventilatie en waarden >1.0 bij acidose, hyperventilatie of als de patiënt niet nuchter is. Er is geen wetenschappelijke onderbouwing dat de RQ gebruikt kan worden als maat voor onder- of overvoeding. (3)

     

    Contra indicaties voor indirecte calorimetrie
    • Continue zuurstoftoediening via neusbril of masker
    • Hyperventilatie
    • Luchtlekkage bijvoorbeeld door drains
    • Als de patiënt niet stil kan liggen gedurende de meting
    • Binnen 24 uur na hemodialyse (verwijdering van CO₂)


    Voeding, cafeïne, nicotine, alcohol, stimulerende medicatie, fysieke activiteit, een koude omgeving, een onnatuurlijke houding en afleiding tijdens de meting hebben een verhoogd effect op de gemeten REE. Volg daarom de standard operating procedure van het NAP, hierin staat ook de effectgrootte van de bovenstaande factoren omschreven. Zie voor  meer informatie de SOP voor Indirecte Calorimetrie.

    Referenties:
    1. Weir, JB de V. „New methods for calculating metabolic rate with special reference to protein meta­bolism.“ The Journal of physiology 109.1-2 (1949): 1-9
    2. McClave, Stephen A., et al. „Achievement of steady state optimizes results when performing indirect calorimetry.“ Journal of Parenteral and Enteral Nutrition 27.1 (2003): 16-20.
    3. McClave, Stephen A., et al. „Clinical use of the respiratory quotient obtained from indirect calorime­try.“ Journal of Parenteral and Enteral Nutrition 27.1 (2003): 21-26
    Terug
    Scroll to Top